Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [57]Voorzeker zal Ik u, o Jakob! gans verzamelen; voorzeker zal Ik Israels overblijfsel vergaderen; Ik zal het te zamen zetten als schapen van [58]Bozra; als een kudde in het midden van haar [59]kooi zullen zij van mensen deunen. 57. Hebr. verzamelende zal ik verzamelen, en zo, vergaderende vergaderen. Deze twee volgende verzen nemen vele uitleggers als een schone Evangelische belofte van de vergadering van de algemene kerk door hare Koning, de Messias Jezus Christus, omdat de profetische stijl, in zulke zaken gebruikelijk, dat schijnt te vereisen, en God dikwijls onder zijn allerzwaarste bestraffingen en dreigementen, tot troost van zijn gelovigen, zeer lieflijke genadebeloften pleegt in te mengen. [Verg. inzonderheid Jer.16:14,15; Hos.2:13, enz. Zie ook onder hfdst.3 vs.12 en hfdst.4 vs.1, enz.] De christelijke lezer kan ook hiermee vergelijken Jer.31:10; Hos.1:11, en Hos.3:5, enz. inzonderheid Ezech.36:37,38; Zach.2:4. Doch anderen, ziende op het voorgaande en volgende, houden het voor een profetie van de belegeringen en benauwingen en verwoesting van de tien stammen en Juda, door de Assyriers en Babyloniers, en van de gevankelijke weggevoering van hun beide koningen, Hosea en Zedekia, 2 Kon.17:4, enz. en 2 Kon.18:10, enz., en 2 Kon.25:6,7, waarvan de verstandige lezer zal kunnen oordelen en zien een dergelijk plaats Zach.10:3,4,5 met de aantekening. 58. Een veerijke plaats van de Moabieten. Zie 2 Kon.3:4, en Jer.48:24, met de aantekening. 59. Of stalling.